Tenten en tenthuizen

Kamperen in een tent

Karakteristiek voor Stortemelk en Vlieland zijn de “de Waard”-tenten. Stormvast, mits goed geschoord en met lange houten haringen in het duinzand verankerd. En dan kan het er nog om spannen….. Menig kampeerder is tijdens een storm naar de Bolder gevlucht om na afloop de flarden  op te ruimen. Ook dat hoort bij kamperen in de natuur en bij weersomstandigheden  die de laatste jaren lijken te veranderen. Gelukkig schijnt op Vlieland vaak de zon. Met Zeeland zou het gemiddeld de meeste zonuren tellen. De klassieke de Waardtent met stokken is in de loop der tijd verder ontwikkeld tot een boogtent. Alle modellen kun je op Vlieland aantreffen.

Kamperen in een tenthuis

Tenthuizen zijn een begrip op de Vlielandse camping Stortemelk. De eerste huisjes waren er kort voor de tweede wereldoorlog in zeer eenvoudige vorm, eigenlijk niet veel meer dan een tent met een houten frame. Inmiddels staan er 140 verspreid in het duinlandschap van de camping. De vorm en de constructie zijn in de loop der jaren sterk veranderd, daardoor is ook het comfort verbeterd. Meer over de  geschiedenis kunt u hieronder lezen. Bijna alle huisjes zijn gelegen op het westelijk deel van Stortemelk.

Een eigen karakter

Door het wisselende karakter van het landschap, naast de grillige duinen zijn er ook enkele vlakke velden, geven de tenthuizen op afstand een gevarieerd beeld, er is geen ritme in te vinden. Ze staan aan zanderige paadjes, aan de voet van de duinen of juist op de top ervan. Kom je dichterbij dan zie je de verschillen. Dan kun je zien dat elk tenthuis uniek is. Iedere eigenaar, tenthuizen zijn in particulier bezit, heeft zijn huisje naar eigen inzicht vormgegeven en ingericht. Elk huisje heeft daardoor een eigen sfeer.

Deze creativiteit wordt uiteraard begrensd door allerlei regels waaraan moet worden voldaan. Zo zijn de afmetingen van huisjes en terras evenals de vorm ervan genormeerd. U zult geen huisje aantreffen dat groter is dan 30 m2. Bij de regels hoort ook dat Stortemelk in de winter wordt teruggegeven aan de natuur. Alle tenthuizen moeten voor oktober ieder jaar zijn afgebouwd. Opbouw mag dan weer vanaf april. In herfst en winter liggen de vaste onderdelen ter plaatse afgedekt onder een groen zeil. De inhoud wordt dan elders opgeslagen. Onderscheidend voor een tenthuis is ook dat een aantal voorzieningen in vergelijking tot een doorsnee vakantiewoning ontbreken. Daarin lijken tenthuizen weer meer op tenten.

Eenvoudig en toch met luxe

De huisjes zijn bijna allemaal van hout met een dak van doek. Een enkel huisje is nog helemaal van doek. Voor of naast het huisje ligt meestal een terras, beschut door terrasdoek. Het karakter wordt ook bepaald door het comfort. Maar of ze nu sober, luxe of zelfs super luxe zijn, er is gemeen dat er geen vaste stroom is en ook geen warm- en koud stromend water. Een vast toilet en douche ontbreken. Het blijft kamperen. Vers drinkwater wordt gehaald bij de sanitaire gebouwen in de buurt, daar bevinden zich ook de toiletten en de douches.
Op de plattegrond (zie “Verhuur) staan deze toiletgebouwen aangegeven.

Extra’s

De meeste huisjes beschikken inmiddels over een eigen stroomvoorziening middels zonnepanelen, zodat een telefoon kan worden opgeladen en er ’s avonds verlichting is. Daarnaast is er een keukenuitrusting met gaspitten die werken op flessengas. Vaste bedden bieden veelal goed slaapcomfort.

Bij het tenthuis mag een bijtent worden geplaatst. Soms doet de eigenaar dat, soms neemt de gast die zelf mee. Mocht u het huren van een tenthuis overwegen, dan kan dit een punt van aandacht zijn. Een tenthuis op Vlieland biedt het comfort van een vakantiehuisje en de spanning en het avontuur van kamperen. Voor rustzoekers, natuurliefhebbers en gezinnen met kinderen een ideale plek om vakantie te vieren in de natuur van Vlieland.

Geschiedenis van het tenthuis

 

Hoewel voor vele bezoekers van onze website het woord tenthuis niet direct een concreet beeld oproept, is het fenomeen  reeds voor de tweede Wereldoorlog ontstaan. In de jaren dertig ontstond er de behoefte om het verblijf in een tent minder primitief te maken door het rechtop staan in de tent mogelijk te maken. Op een aantal kampeerterreinen langs de Hollandse kust werden de eerste tenthuisjes geplaatst. Dit waren eenvoudige huisjes waarvan de zijwanden uit zeildoek bestond, terwijl de voorkant van hout werd gemaakt met een deur en veelal een raam erin.

Pas na de oorlog, in 1948 kwamen de eerste tenthuizen op Vlieland, maar ook op Ameland. Één van de oudste huisjes ziet u op de foto hieronder. De foto is gemaakt in 1952

 

In 1952

 

Deze tenthuisjes hadden evenals de vooroorlogse tenthuizen een houten voorwand met een deur en een raam erin. Het huisje had een houten vloer met daarop een houten geraamte waarover het tentdoek werd geplaatst en een oppervlakte van ongeveer 4 bij 3,5 m, dus 14 m2. Tegenwoordig vinden we dat niet groot, maar in die tijd werd dat als echt luxe kamperen beschouwd. Het tenthuis was door een gordijn in twee delen gescheiden; achteraan het slaapvertrek en vooraan het woongedeelte. In het woongedeelte stond een tafel met vier stoelen en een keukenkastje met eerst een primus, maar  later met een butagas kooktoestel erop. In het slaapgedeelte stond veelal een stapelbed waarop vier mensen konden slapen. De verlichting was vaak  een oude Belgische petroleumlamp of een stormlantaarn. Het water haalde men uit de pomp en er waren een aantal zeer eenvoudige optrekjes voor de toiletten. In het najaar moest alles worden afgebroken; zelfs een fundament mocht  in de winterperiode niet worden achtergelaten.

In de 60-er en 70-er en 80-er jaren worden de tenthuizen qua oppervlakte groter. Een oppervlakte van 20 m2 is dan heel normaal terwijl veel tenthuizen aan de voorkant een luifel krijgen zodat men een “eigen” hoekje kan creëren. De meeste worden dan ook ingericht voor 6 personen. De eethoek wordt ruimer en men krijgt een goed ingerichte keuken.

 

Ansichtkaart uit 1965

 

De tenthuiseigenaar krijgt het gemakkelijker. Het fundament mag gedurende de wintermaanden blijven liggen zodat hij in het voorjaar gemakkelijk kan starten met de opbouw. Ook het kampeerterrein wordt luxer; de toilettengebouwen worden van steen en zelfs het gebruik van een douche wordt  mogelijk. Ook verschijnt er in deze periode een groot recreatiegebouw en een kampwinkel.

Tijden veranderen en vele kampeerders willen meer ruimte en luxe om zich heen hebben. Dat geldt ook voor de tenthuizen. Begin 2000 wordt het mogelijk om de vloeren in de winterperiode te laten liggen. Ook wordt  het vergroten van het tenthuis toegestaan door de directie van het kampeerterrein. De oppervlakte mag nu zelfs 30 m2 zijn, terwijl een terras met een oppervlakte van 10 m2 is toegestaan. Het is nu ook mogelijk om drie houten wanden te  hebben in plaats  van alleen maar een houten voorkant. Deze verruiming geeft de mogelijkheid om de luxe te vergroten. Naast een eethoek heeft men nu veelal ook een zithoek. De keuken krijgt een modern aanzicht terwijl in een groot aantal tenthuizen een aantal slaapvertrekjes zijn. Zonne- energie geeft de mogelijkheid om de verlichting te optimaliseren. Ook de toilet gebouwen zijn gemoderniseerd en zien er zeer goed uit.

 

Een nieuw eigentijds tenthuis

 

U ziet, ook het fenomeen tenthuis is met zijn tijd meegegaan. Natuurlijk zijn niet alle tenthuizen hetzelfde. Binnen de regels die er voor het kampeerterrein Stortemelk zijn, hebben de individuele eigenaren de mogelijkheid om hun wensen en fantasieën in hun tenthuis te verwerken.

Één ding hebben alle tenthuizen gelijk; als u ‘s avonds op bed ligt, kunt u bij noordenwind de branding horen ruisen en het flitsen van het vuurtorenlicht aan de donkere hemel waarnemen.

Doeke Venema, januari 2012