Een bom

Een bom

 

Het was in juni 2002 0f 2003. Zij vierde vakantie op Vlieland. Het was een prachtig warm voorseizoen. Zij had haar intrek genomen in tenthuisje de Hagedis op camping Stortemelk gelegen in de duinen aan de noordkant van het eiland. Een kleurrijk klein tenthuisje met een eigen terrasje ervoor en ernaast. Zo kon ze met de zon meedraaien. De omgeving was haar vertrouwd en ze genoot van meegebrachte leesboeken en uiteraard het eilandleven met de zon, zee en de wind. Voor de opgang naar tenthuisje de Hagedis stonden twee schommels van touw, in het zand gebouwd. Soms kwam daar een moeder langs met een gehandicapt kind. Een jongetje van een jaar of 4 – 5. De moeder zette het jongetje dan op de touwschommel waarop hij steeds kirde van plezier. Zij keek vanaf het terrasje van haar tenthuisje vol bewondering naar het geduld en de zorgvuldigheid van de moeder. Zo liefdevol en ontspannen zag hun samenzijn er uit. De buitenkant kan bedriegen maar zij genoot in ieder geval op afstand van dit tafereel. Op een dag waren moeder en kind er weer. En de sfeer die zij meedroegen was anders. Moeders zag er enigszins verslagen uit en het jongetje bleef huilen en wilde niet wel
niet wel niet wel niet op de schommel. Ongewis, onbestemd. Wat ongeduldig ging moeder zacht zingen voor haar kindje, Het jongetje was niet te troosten of stil te krijgen.

Terwijl zij naar het belendende toiletgebouw liep raakte zij met de moeder aan de praat en die deelde haar ervaring. Zij hadden die middag een excursie gemaakt met de grote wagen, de Vliehorsexpress, over het strand naar de zandvlakte de Vliehors. Terwijl de groep, ver op de zandvlakte, bij het Juttershuisje uit was gestapt en luisterde naar de verhalen van de gids hoorde ze een enorme doffe dreun en werd iedereen plotsklaps letterlijk gezandstraald. Met geschreeuw, paniek en wegrennen tot gevolg. Niemand kon geloven dat zo’n 15 meter van hen vandaan er een bom was ‘gevallen’. Een echte bom die een enorm gat in het zand had geslagen. Foutje van defensie die de Vliehors als oefenterrein gebruikt. De groep werd snel weer terug gereden en, om enigszins tot bedaren te komen, naar de kazerne op het eiland gebracht. Daar was eerste opvang met chocolademelk, thee en excuses. De schrik zat er uiteraard bij iedereen goed in, maar de dag moest ook weer verder, het is tenslotte vakantie. Hollandse nuchterheid. De moeder kon echter haar jongetje daarna niet stil krijgen. Zij had haar hoop op de schommel gevestigd. Helaas mocht dat niet baten. Ze nam het huilende jongetje op haar arm en vervolgde, enigszins verslagen, weer haar weg op de camping.

Zij keek hen nog even na. Wat een verhaal joh, verkeerde plek op verkeerd moment. En dit op het wonderschone eiland. Gelukkig geen doden of gewonden. Maar wat een impact kan dit hebben. Als het maar goed komt met het jongetje.

De volgende ochtend stond het op de voorpagina van de Volkskrant vermeld. Het was niet onopgemerkt gebleven bij de media. Zij knipte het bericht uit (de kranten werkten nog niet digitaal, internetverbinding was er nauwelijks op het eiland en de mobiele telefoon was een Nokia die alleen bereik had in de buurt van de vuurtoren) en stuurde het per post naar haar communicatie- collega Jan Willem. Ze plakte er een gele post it op met de tekst: Had opdracht van gemeente Vlieland om media aandacht te genereren. Ik denk dat het geslaagd is, factuur kan gestuurd worden.

Monique